19 dagen in 7 dagen
Als hotelmanager ben je normaal gesproken druk met dat ene eigen hotel. Nu is dat absoluut geen straf waneer dat hotel in een omgeving als Kisoro staat. Volop natuurschoon, een leuk dorp, een mooi hotel. Maar toen mij werd gevraagd om een trip te maken langs alle Habari/Nature Lodges accommodaties hoefde ik niet echt lang na te denken. Van Entebbe via Karuma, alwaar je vanaf de brug een prachtig zicht hebt op een serie stroomversnellingen van de Nijl, naar Murchison Falls. Hier wordt in het noorden van het park, even buiten Pakwach, hard gewerkt aan de bouw van Fort Murchison. Een prachtig plekje met dito uitzicht over de Nijl. Olifanten, vogels, krokodillen, nijlpaarden en Uganda kobs volop. En dat alles net buiten het National Park. Het vlakbij gelegen Pakwach oogt als een saai dorpje maar is eigenlijk best leuk. Op jacht naar mogelijkheden voor activiteiten belandden Musa (mijn chauffeur) en ik in een klein huttendorpje. Hier vonden we allerhande workshops waar crafts worden gemaakt: mooi houtsnijwerk en de adungu, een lokaal muziekinstrument. We kregen een leuke rondleiding en werden als belangrijke gasten ontvangen onder de imposante dorpsboom.
De volgende stop was er eentje op mijn speciale verzoek: Masindi Hotel in het gelijknamige Masindi. Dit hotel is het oudste hotel van Uganda en kan bogen op bezoekers als Hemingway en Hepburn. Nu haal ik de Hepburns altijd door elkaar en heb ik nog nooit een Hemingway uitgelezen maar als manager van dat andere oude hotel in Uganda wilde ik toch wel eens de sfeer hier proeven. Mooi en stijlvol, de kamers redelijk standaard (en verschrikkelijk klein) maar toch erg blij dat ik hier geweest ben.
Kibale Forest Camp ligt als een klein paradijs middenin het tropisch regenwoud. De plantengroei alleen al is adembenemend; overal apen en vogels. Een heerlijk bed in een mooie tent met zeer fraaie badkamer en een heerlijke douche. De maaltijden hier zijn een feest: in de jungle staan ze de sterren van de hemel te koken. Op jacht naar verdere activiteiten reden we in twee uur naar de Mpanga Gorge. Hier duikt de Mpanga rivier in 50 meter naar beneden, op weg naar Lake George. De reden voor ons bezoek was echter een plantensoort die nergens anders ter wereld voor komt. Fascinerend! Jammer van de waterkracht centrale die grote delen van de vallei in beslag neemt maar het goede nieuws is dat er nog altijd heel veel cycades staan.
Verder naar Queen Elizabeth National Park om daar de Bush Lodge te bezoeken. Hier voelde ik me als een soort Robert Redford (iets jonger dan) in Out of Africa. Temidden van de natuur, overal dieren en met uitzicht op het Kazinga Channel. En de sterren die nog aan de hemel stonden worden er hier af gekookt. Heerlijk! Tel daarbij alle wild-mogelijkheden op: Kyambura Gorge, Ishasha, Queen Elizabeth National park zelf en het Kazinga Channel en de ervaring is compleet. Een boottocht over Kazinga blijft een absoluut hoogtepunt. Ook dit keer ben ik weer direct naar het dak gegaan en ook dit keer kwamen weinig mensen mee. Rust en werkelijk overal dieren: in het water, aan het water, boven het water. Magnifiek! Verder en arriveren bij Kalebas aan Lake Bunyoni is ook al weer zo fraai. Gelegen aan het meer, volop bloemen en vogels. De kamers zijn klein en simpel maar dat wordt ruimschoots goed gemaakt door de sfeer en de ligging. Een prima plek om te relaxen aan het water, wat te zwemmen met otters of simpelweg even bij te komen van alle eerdere indrukken alvorens de prachtige tocht naar Kisoro te maken. Voor mij duurde deze 19 daagse reis 7 dagen maar desondanks heb ik toch weer genoten van deze parel van Afrika reis.