1985 - Nesslau, Zwitserland
Voor het tweede jaar op rij ging ik de zomer doorbrengen in het Zwitserse Nesslau. Weer een zomer werken in het fameuze Hotel Krone. Fameus voor mij in elk geval. Verkeerde ik vorig jaar nog in de enorme luxe dat mijn ouders mee naar Zwitserland brachten, dit jaar moest ik met de trein. En zo toog ik op een vast mooie lentedag naar Deventer om bij de NBBS een treinticket te kopen. Een paar weken later was het zover en dus werd ik naar het station gebracht. Na een roerend afscheid kon het plezier beginnen. Uren in de volle trein maar wel meteen op het laatste moment gereserveerde zitplaats. Ik deelde een coupe met een Amerikaan uit Colorado en al lezend en kletsend bereikten we het station van Offenburg. Hier stapten enkele Duitsers in en was het dus gedaan met onze rust. Maar niet getreurd want zodra deze Duitsers door hadden dat deze Amerikaan een Amerikaan was verlieten ze boos de coupe en hadden wij weer rust.
In Basel overstappen op de trein naar Zurich. In Zurich overstappen op de trein naar Wil. In Wil overstappen op de trein naar Nesslau. En dat voelde toch een beetje als thuiskomen. Herr und Frau Forrer stonden me al op te wachten en brachten me naar mijn verblijf. Sliep ik vorig jaar nog in een hotelkamer, dit jaar sliep ik in het personeelshuis. Leuk!
Op 3 juli (de volgende dag dus) startte mijn werk, wederom in de keuken. Alleen niet meer onder de altijd leuke leiding van Herr Forrer. Zijn schoonzoon Kurt had de keukenleiding op zich genomen en was daarmee de komende weken mijn chef. De eerste dag stond in het teken van het hotel bedrijfsklaar maken na de korte zomersluiting. ’s Avonds werden we al verblijd met de eerste gasten: een groep van 15 Canadezen die op fietstour door de Zwitserse Alpen waren. Het was meteen gezellig! Wel een lange dag om mee te beginnen want van ’s morgens 8 tot ’s avonds 10 is even wennen. Na het ontbijt vertrokken onze Canadezen en daarmee was het hotel weer leeg. Maar aangezien onze Herr Forrer kennelijk meer dan een hotel en de helft van het dorp in zijn bezit had stonden Bea en ik in de middag op een bergweide te hooien. Het was mooi weer gelukkig. Wel een extra inspanning door dat scheef op een berg staan. Na een paar hooi-gooi-gevechten wisten we toch alles af te krijgen. En dat moest natuurlijk ’s avonds gevierd worden in het dorp.
5 juli
Anderhalf uur lang heb ik omeletten staan bakken. Om ze vervolgens in reepjes te snijden. Om vervolgens in mijn vinger te snijden. Om vervolgens bij de lokale huisarts terecht te komen. Hem lukte het dan eindelijk om het bloeden te stoppen. Nu was het bloeden eerlijk gezegd niet eens mijn grootste zorg. Wel dat ik in mijn vinger sneed terwijl ik Chili-pepers aan het snijden was. Moraal van dit verhaal is dat je nooit in je vingers moet snijden terwijl het pepersap in de rondte gaat. Het brandt een beetje heel erg. Traditiegetrouw ben ik in mijn vrije middaguurtjes het wandelpad langs de Thur-rivier opgelopen. Klein stukje lopen, stuk zacht gras met wat grazende koeien, paar mooie keien. Een heerlijke plek om in de zon de krant te lezen.
Een paar rustige dagen later was het opeens 9 juli en dat was de startdatum van een uitverkocht hotel. Prima want al te lang al te weinig doen verveelt ook. Overigens ben ik wel een dag lang hotelmanager geweest. Iedereen was weg. Boodschappen doen, op familiebezoek, gewoonweg en ik was daarmee de enige in het hotel. Helaas kwamen er geen hotelgasten maar het geeft wel een kick om in mn eentje de keuken en de bar te runnen. Op 9 juli zaten we echter vol en wel weer met Canadezen. In ons hotel was het diner voor maar liefst 45 van deze fietsgekken. De jongens sliepen in een ander hotel, de meisjes sliepen bij ons. Na het diner zijn we met een paar in de bar blijven hangen om iets te laat alsnog naar bed te gaan. En dan toch weer vroeg op voor het ontbijt.
Wat het leuk maakt om voor het tweede jaar hier te werken is dat ik mensen ken. Zo ook Frau Schudel en Herr Glanzmann. Vaste zomergasten in Hotel Krone. In de middag heb ik met Ruedi Forrer de bagage van deze mensen opgehaald op het station. En echt, deze mensen reisden nog met hutkoffers. Geweldig!
11 juli
Een grote dag vandaag! Na het werk zijn we naar het verderop gelegen Ebnat-Kappel gereden om bier te drinken in “Bei uns auf der Alp”. Waar anders? De sfeer vroeg kennelijk om iets anders dan bier hetgeen inhield dat ik allerlei lokale kruidenbitters te drinken kreeg. Je wordt er wel misselijk van maar het smaakt allemaal wel redelijk. Toch was ik blij om terug in de Krone een lekker koud biertje te kunnen drinken. De volgende dag was ik vrij en dat was maar goed ook. Voor mij even geen kruidenbitters meer. In de loop van de ochtend toch maar naar buiten gegaan. Beetje veel zon maar het ging. Rustig naar Krummenau gelopen om uiteindelijk in Ebnat-Kappel aan te komen. Lunch en door de bergen terug naar Nesslau alwaar een welverdiend biertje op zijn plaats was.
13 juli
De dag van het grote Live Aid concert. Tussen de bedrijven door her en der een stukje meegekregen zonder dat het echt veel indruk op mij maakte. Ondertussen hebben we al weer een paar dagen een Nederlandse dame over de vloer. Deze dame slaapt in Hotel Ochse, ontbijt in Hotel Sonne en dineert in Hotel Krone. Nadat we met haar een biertje hadden gedronken in de Krone durfde ze alleen niet meer het hele stuk (toch al gauw een meter of 180) te lopen. Ik heb haar naar huis gebracht en kwam op de terugweg Bea tegen. Even later zaten we aan het bier, samen met Irene die ook binnen kwam stuiteren. Wat is dat toch een lekkertje.
23 juli
De afgelopen dagen elke dag gewoon gewerkt. En dat houdt in om 9 uur beginnen tot een uur of 14, dan pauze en om half 6 weer aan de slag. Zwitsers eten graag Wurst- of Kase salat als laat ontbijt en aangezien die uit de koude keuken komen mocht ik die dan maken. Nu gaat Kase-salat nog wel maar om 9 uur in de ochtend Wurst-salat maken vond ik toch wel een smerige klus elke keer.
Een overzicht van ons gastenbestand:
Herr Sieberz, alleen en een oneindige dosis humor
Frau Kamber, ook alleen en een lief oud mensje
Fraulein Brunner, een vies vet varken van een jaar op 40
Herr und Frau Brunner, de ouders van het varken en erg simpel
Frau Schudel en Herr Glanzmann natuurlijk
Herr und Frau Elmiger, zij altijd keurig, hij altijd in zn onderhemd
Fraulein Paratto, rond de 760 jaar, erg zielig en in bezit van een smerig hondje
Herr Wadi, de kamerhuurder van Paratto en ja, dat vonden wij ook wat vreemd
En dan nog 3 Duitse dames van zeer gezegende leeftijd die hun kamer alleen verlieten om te eten en te kaarten.
Wat een levendige boel! En om het nog beter te maken hadden we de volgende dag een begrafenis van een jager uit het dorp. 125 man diner en het was gewoon feest. Iedereen kwam nog iets timide binnen maar toen de bierkraan eenmaal open was veranderde de sfeer nogal. Er werd net geen polonaise gedanst. Na het werk zijn we maar weer eens naar de Brucke gegaan om zelf een paar biertjes te drinken en ook hier geen polonaise. Wel weer de volgende dag vrij. En wederom een dagje wandelen. Eigenlijk kun je hier ook niets anders doen. Wandelen en bier drinken. Geen slecht leven. Deze dagen staan overigens nog altijd in het teken van een hittegolf. Eergisteren 34 graden, gisteren 35 graden en vandaag 36 graden. Ben benieuwd.
27 juli
Koud vandaag: 30 graden. Vreemd genoeg voelde het echt een stuk koeler maar ja, 30 is nog altijd best veel. Ondanks de temperatuur moest er wel weer gewerkt worden en vandaag hadden we een kleine bruiloft. Aardige bruid, knappe bruidegom. Jammer. De volgende dag zijn we zelf maar feest gaan vieren. Met Bea, Brigitte en Hans zijn we in de Mercedes van de baas naar Stein gereden om in Hotel Ochse een Urchiger Musik-abend bij te wonen. Na een paar biertjes kon ik ook jodelen. Uitgejodelt mocht ik de Mercedes terug rijden hoewel ik nog geen rijbewijs had. Best lastig om zo een grote auto over die kleine en smalle en bochtige bergweggetjes te sturen. We hebben het overleefd en zijn uitgekomen bij Kurt en Margit. Biertijd!
Op de maandagen was het restaurant gesloten. Hotelgasten werden dan verondersteld elders te eten. Mocht ik iets willen, dan moest ik dat zelf klaarmaken. Geen probleem voor een ondertussen ervaren kok als ik. Elke maandag was ijsdag. Een enorme schaal ijs met een dito berg slagroom, verborgen onder een dikke laag caramelsaus. Niks mis mee.
Op 31 juli ging de temperatuur eindelijk omlaag: 23 graden. Afzien dus. Omdat het zo koud was zijn we ’s avonds maar weer de kroeg in geweest, dit keer een Toggenburger stube en in plaats van bier zijn we maar eens aan de wijn gegaan. 1 Augustus is de nationale feestdag van Zwitserland. Het land viert dan dat het sinds 1291 een democratie is. En dus zijn er op deze dag overal parades en optochten en feesten. Wij zijn het gaan vieren in Hotel Ochse, weer een jodelavond en weer kan ik het niet. Ik blijf oefenen denk ik.
Op mijn bijna laatste dag in Nesslau ben ik met Margit en Kurt op stap gegaan. Na een dag van alles doen belandden we in het zwembad van Unterwasser en dat bleek al snel toepasselijk. Het begon te onweren en te regenen. In no time stond alles onder water. Geinig wel.
De laatste werkdag werd een beetje anders dan ik dacht. Ook omdat de temperatuur nu opeens rond de 11 graden was. Ik kreeg deze dag een jongen uit het Johaneum Haus mee. In dit tehuis zitten moeilijk opvoedbare jongens min of meer opgesloten. En ik mocht deze jongeman een dag begeleiden bij zijn eerste werkstage. Ging wel redelijk eigenlijk. Ik leef nog en hij leeft nog.
De volgende dag (7 augustus alweer) vertrok ik weer richting Nederland. De avond ervoor al uitgebreid afscheid genomen dus vandaag was het gewoon zwaaien en in de trein stappen. Perfecte aansluitingen. 3 uur wachten in Zurich zodat ik even tijd had om wat van mijn salaris uit te geven op de Bahnhofstrasse. Zeer beperkt maar mocht ik ooit echt teveel geld hebben, dan weet ik nu war te winkelen. Met de trein naar Basel en ook daar weer een paar uur overstaptijd. Ik liep langs Hotel Euler en wilde daar wel even de hal zien. De receptionist bleek een Nederlander en even later liet hij me het hotel zien. Wat een weelde allemaal. En gratis koffie. Rond het middernachtelijk uur vertrok mijn trein naar Arnhem. Ik had dit keer geen stoel gereserveerd en dat was dus een foutje. Maar met een beetje proppen belandden we met een internationaal stel in een coupe. Gezellig en het heeft iets aparts om met Italianen, Amerikanen, een Brit, een Zweedse en een Duitser de nacht door te brengen. In Keulen stapte iedereen uit en mocht ik alleen verder naar Arnhem en Deventer.
Einde van mijn tweede jaar werken in Zwitserland. Ik kom nog maal!