1998 - Nieuw Zeeland

20-03-2015 07:11

Op Schiphol ontdekten we dat onze vlucht naar Frankfurt was geannuleerd en wij kregen daarom een volledig nieuw reisschema. Met omweg want eerst naar Londen, dan naar Brisbane en dan door naar Sydney. Een verlenging van onze reistijd met liefst 12 uur. Met British Airways op naar Londen, compleet met twee uur vertraging. Op Heathrow moesten we 8 uur wachten: winkelen, eten, drinken, liedjes zingen, hangen. En eindelijk mochten we aan boord. Landen in Singapore voor een best lange tussenstop dus weer winkeltijd. En verder naar Brisbane. Hier hadden we 1,5 uur om de bagage te halen en naar het tweede vliegveld te gaan. Het lukte en Quantas bracht ons het laatste stukje naar Sydney. En daar was het zonnig en warm. Snel met de bus naar Kings Cross om in te checken in Eve’s Backpackers, spullen neergekwakt en na een snelle douche Sydney in. Door de Royal Botanic Gardens naar de waterkant en dan zie je het staan: The Sydney Opera House. Als een schip met volle zeilen. Prachtig. We renden er heen om het als eerste aan te raken en hebben een tijd rondgelopen en gekeken. Op Circular Quay op een boot gestapt en die bleek naar de dierentuin te gaan. Toch maar terug en de stad ingelopen. Bezoekje aan het Queen Victoria Building, een winkelcomplex ongeveer 25 x zo groot als Magna Plaza. In het hostel zelf iets gekookt van Thaise en onleesbare blikjes. Het was niet te vreten zo heet en dus hebben we maar iets gehaald bij een Chineesje. Biertje en tijd voor een coma. Smakeloos ontbijt bij McDonalds maar wel met goede koffie. In het Australian Museum de geschiedenis van Australie bewonderd. Natuurlijk veel over de aboriginals maar ook over een andere oorspronkelijkegroep bewoners, de Torres Strait people. Nooit geweten. Door naar Darling Harbour voor koffie onder het genot van een jazzband. In het Sydney Acquarium gekeken hoe de haaien over je hoofd heen zwemmen. Omhoog in de AMP tower voor een waanzinnig uitzicht over de weidse stad. Een biertje in Oxford Street en een biertje in het Kings X hotel. En weer de ferry naar de dierentuin, dit keer opzettelijk want we wilden koala beertjes zien. Tarongo Zoo is wel leuk. Veel dieren en inderdaad dus ook koala’s en vogelbekdieren. Door naar Bondi Beach om ons even soapster te voelen. Heel helder water en sterke golven.

Wij gingen vrolijk naar het vliegveld waar we Sydney binnen waren gekomen, fout. We moesten naar de internationale luchthaven. Rennen, plankgas, onder begeleiding van stewards renden we dwars door he vliegveld en we waren op tijd. We zaten nog niet of we vlogen al. Op weg naar een nat Auckland. Georgias Parkside zag er netjes uit dus tassen neergegooid en stad in. Biertje, kebab, biertje en snel terug want de regen werd te erg.  En de volgende ochtend scheen de zon. Ontbijt gehaald en we dachten dat in een park op te eten. Dat park bleek alleen een begraafplaats te zijn. Smaakt dan toch anders. Bustrip voor de volgende dag geboekt. En rondgelopen door een redelijk sfeerloze stad. Parnell is wel een leuk stukje maar voor de rest valt Auckland tegen. Vroeg op voor de trip met Magic Bus naar het noorden. Via Orewa en Waiwera naar Warkworth. Tijd voor koffie daar en door naar Goat Island, een visreservaat. Compleet met snorkels lagen we even later in een hele blauwe oceaan, omringd door ontelbaar veel blauwe vissen. Alle kleuren blauw. Een vis van 1 meter lang verjoeg de meeste badgasten en deze kleine haai zwom eenzaam verder. Stukje verder nog een strandsop gedaan op een totaal verlatenstrand. En verder naar de Whangarei Falls. Mooi en dat geldt vooral voor de omgeving: het is zo onvoorstelbaar groen hier. In Paiha afgezzet bij ons hostel, Centabay Lodge. We deelden een kamer met twee Japanse meisjes die hun tassen werkelijk minutieus inpakten. Iets heel anders dan mijn rugzak waar het devies proppen was. In de Swordfish Club op het terras genoten van het uitzicht en de ondergaande zon. Bay of Islands begint goed.

Met de ferry naar romantic Russel en het Russel-museum. Gossie, alles wat wordt nagelaten door bewoners wordt daadwerkelijk neergezet. Naar Flag Tree Hill gelopen, de plek waar de vrede tussen de Maoris en de Engelsen is getekend. Prachtig uitzicht natuurlijk. Terug naar Paihia en met de rest van de busgroep uit eten, biertje bij de Swordfish en 2 hele regenbogen achter elkaar. Vroeg op want we moesten aan boord van Dolphin Discoveries, op zoek nar dolfijnen dus. Eerst een enorme groep kleine duikmeeuwen. Erg grappig om te zien hoe ze onder water gewoon verder vliegen. En daar waren ze: 20 dolfijnen. Duiken, springen, meezwemmen, weg gaan en terug komen. Bij de volgende groep zouden we zelf het water in gaan maar er kwam iets tussen want in de volgende groep zwommen babydolfijnen mee. Een perfecte dag op het water en uiteindelijk ook nog even in het water. In Paihia weer naar de Swordfish en de dag afgesloten op de dansvoer van The Lighthouse. Nog een programmapunt: Waitangi National Reserve. Een oorlogskano van 35 meter lang, onder andere. In de hal een lichtshow. Geweldig mooi gesneden hout en een prachtige vloer. Het Colonial House bezocht, wat slenteren en lopen, eten en Lighthouse.

In de bus op de weg terug naar Auckland. Gestopt bij een dame die kunstvoorwerpen van haar man verkocht, hele mooie voorwerpen uit de cultuur van de maoris. Een stop bij het de lokale versie van het Great Barrier Reef en door naar het kauri-bos waar we de grote maori god Tane Omahuta ontmoetten. “Moeder de Godin van de lucht en Vader, de God van de Aarde hadden een opeving van de liefde, ze grepen elkaar vast en lieten niet meer los. De 7 zonen konden zolang hun krachten niet optimaal gebruiken en verzonnen listen. De God van de zee probeerde iets, de God van de wind probeerde iets maar niet hielp. Toen kwam Tane Omahuta, de jongste telg en God van het bos. Hij perste zich tussen pa en ma en groeide en groeide totdat pa en ma elkaar los moesten laten. Vanaf dat moment is licht en duisternis, zijn er stormen en golven. Kortom, toen ontstond het leven.”

Mooie boom, 1300 jaar oud. In het kauri museum meer over deze bijzondere bomen en veel voorwerpen gemaakt van dit prachtige hout. In Auckland afgezet bij de Leadbetter Lodge in Parnell. Geen goed idee, erg vies allemaal. Hebben dan ook maar niet gedoucht en zijn ’s morgens weggerend naar het treinstation. Een nieuwe ervaring want je mag niet zomaar instappen. Met reserveringsformulieren melden bij de incheckbalie op het perron nadat er omgeroepen was dat de trein begon met boarden. Vaste plaatsen, treinsteward met buffet, een mooi landschap eneen paar uur later waren we in Rotorua. Met de shuttle naar het Four Canoes Hotel. Een normaal motel waarvan de oude vleugel nu een hostel met 4 persoonskamers is. Op een na: wij kregen een tweepersoonskamer. Buiten ruik je de zwaveldampen van de geisers. Onderweg zie je stoom. Uit het voetpad, uit putten en uit bronnen. Een bezoekje aan de kerk van Ominehuta, apart om dat deze katholieke kerk vol zit met Maori houtsnijkunst. Door naar het Rotorua Museum waar we een film zagen over de Pink and White terraces, compleet met schuddende banken. Buiten speelden zeer oude mensen de sport lawn bowling, grappig. Gegeten en klaar voor de Polynesian Spa. Mineraalrijk water in baden van 38 tot en met 45 graden. Je mag er gezien de sterkte van de mineralen elke keer maximaal 15 minuten in, daarna spoelen en bijkomen in een normaal bad. Ik heb de 43 graden gehaald maar dat niet eens voor de volle 15 minuten. Het was een heerlijk avondje. Met een tour operator in de bus naar The Burried Village. Langs het Green Lake en het Blue Lake naar Maori rotstekeningen. En door naar het dorpje. In 1886 barstte hier vulkaan Mount Tarawera uit en vernietigde alles. Nu worden er veel opgravingen gedaan en veel wordt tentoongesteld, tot en met volle flessen whisky en wijn. Mooie wandeling gemaakt onder de waterval door, flink steil. Op de terugweg gestopt bij een red pine forest. Erg hoog! Terug in Rotorua naar de Orchid Gardens gelopen om orchideeen te kijken. En een waterorgel. En ook nog een show met licht en water en muziek. Whaka-dag. Ofwel geisers en kokende modder kijken. Onwerkelijk. De Pohuto spuit normaal tot 16 meter de lucht in maar leek wat moe, hij kwam niet verder dan een meter of 8 vandaag. Nog steeds gaaf om te zien. En kokende modder is een even vreemd gezicht. In de middag met de bus vi Taupo naar Napier door een heel mooi landschap. Het hostel in Napier, Criterion, is gevestigd in een art deco pand, erg mooi. En wederom een kamer voor twee. Napier is een ijkpunt in art deco architectuur en dus moest er een wandeling worden gemaakt langs hoogtepunten. Art deco links, art deco rechts, art deco overal. Woorden schieten tekort. De wandeling duurt volgens het boekje 1,5 uur, wij deden er 4 uur over. Zo mooi. Afgesloten met een bezoek aan het Hawkes Bay Museum met natuurlijk veel informatie over de grote aardbeving en de art deco opbouw. Buiten belandden we in een Christmas Parade met veel jingle bells en kitsch. Lekker naar het strand om even een frisse neus te halen en wat gegeten. Vroeg op want we moesten de volgende trip halen.Met een vreemdsoortig 4WD geval over het strand naar Cape Kidnappers. De plek waar een enorme kolonie jan-van-genten vertoefd. De eerste kolonie bestond uit duizenden vogels, nestelend op de rotsen. De een al met jong, de ander nog met ei. Op een onbereikbaar rotsplateau was een tweede kolonie van wederom 1000den vogels. En die vogels zijn groot, veel groter dan ik eigenlijk dacht. Met een neus vol stank reden we over het strand en de rotsen retour naar Napier. Hier zijn we meteen te voet verder gegaan want er miste nog een art deco pand in ons overzicht. Het Rothmans Building ligt nogal uit de route maar is een bezoek meer dan waard. Eerlijk gezegd: het topstuk van de collectie. De volgende ochtend afscheid genomen van alle art decor pracht en met de trein naar Wellington vertrokken. Onderweg een geweldige melding. We stonden stil op een heel klein station waar omgeroepen werd dat we nog even bleven wachten op passagier X. Uiteindelijk bereikten we de Windy City of Wellington. In het hostel kon men onze reservering niet terug vinden dus kregen we een upgrade naar een 2persoonskamer. Wat gegeten en rondgelopen door best een aardige stad. Slapen, koffie en de stad in. Op naar de Beehive, de bijnaam van het parlementsgebouw. Zeer toepasselijk inderdaad. Verder naar het Te Papa Museum. Top! Een superspeels museum. Je mag (of moet) overal aanzitten. Computerspelletjes en simulaties, een tijdreis en een bijna echte virtual bungy jump. Buiten sprong er een reisleidster op ons met de mededeling dat ze twee lunchpakketten over had. Geen probleem voor ons en zo lunchten we heerlijk gratis in de zon. En verder naar e botnische tuinen die ook wel weer leuk waren. Snel naar de haven want we wilden met de middagboot oversteken naar het Zuider Eiland. Mooi stuk varen en onderweg veel meezwemmende dolfijnen. Na 3,5 uur varen legden we aan in Picton waar we gebruik maakten van een transfer naar ons hostel. Dit scheelde ons maar liefst 150 meter lopen. ’s Avonds wat rondgelopen, gegeten, biertje gepakt.  Om de volgende ochtend aan boord van de postboot annex taxiboot te gaan. Veel stops dus onderweg maar aangezien het hier echt verschrikkelijk mooi is, is dat totaal geen straf. Overal bossen en baaien en rotsen en water. Wij verlieten de boot bij Endeavour Inlet om bij de plaatselijke alles-vestiging koffie te drinken, met waanzinnig lekkere blueberry-muffins. Naast cafe en bakkerij was dit ook de bilbliotheek, museum, politiepost, supermarkt,, postkantoor en waarschijnlijk nog wel wat meer. Wij waren klaar voor ons deel van de Queen Charlotte track langs de Queen Charlotte Sound. Tien kilometer door bossen, over bergen en langs baaien. Overal mooi. Na twee uur bereikten we het eindpunt, Furneaux Lodge waar we paradijselijk op de steiger de boot opwachtten die ons terugnaar Picton bracht. Met onderweg springende Hector-dolfijnen. ’s Avonds gegeten in The Barn, een soort wild west restaurant met zelfs oude auto’s in het interieur. ’s Morgens begonnen met Picton verder verkennen. Snel klaar. Rondje museum, snel klaar. Met de trein afgezakt naar Kaikoura, naar de Crat Cottage. We waren koud binnen of de eigenaar wilde al met ons naar de kroeg. Ok. In de kroeg een tijd zitten kletsen met Woody, een inwoner van een bos en bijna helemaal zelfvoorzienend. Uit eten met onze beste Woody en erg veel gelachen. Vroeg naar bed want morgen is het walvisdag. Slecht weer alleen en inderdaad, de boot vaart niet uit. Terug naar de lodge en met de eigenaar de zee op in zijn kleine boot. Ophalen en legen van langouste-fuiken. Zwaar werk wel. We moesten helaas naar een andere lodge verhuizen dus eenmaal terug bracht de eigenaar ons nar de Dolphin Lodge. Leek ok. En toen was het bijna 3 uur en gingen we voor de middagpoging terug naar de boot. Veel beter weer dus varen. En dan zie je opeens een potvis van 16 meter vlakbij de boot. Spuitend en duikend. Na 4 walvissen gezien te hebben zorgde een groep dusky dolfijnen voor wat afwisseling. En daar walvis 5 en daar 6. Wauw! Wat gaaf. Kijken naar die reuzen in de oceaan terwijl er albatrossen over je heen vliegen. Na een kleine 3 uur waren we terug aan land en moesten we even zitten om dit allemaal in te laten werken. ’s Avonds met een fles bubbels plaats genomen in het bubbelbad met uitzicht op de oceaan. Goed geslapen. Om een wandelingetje door Kaikoura te maken en vervolgens de bus te pakken naar Christchurch en van daar naar Dunedin. Afgezet bij The Manor House en een kamer die we deelden met twee Nederlandse meisjes. De volgende dag de hele dag door Dunedin gezworven. Niet onaardig. Veel Edwardiaanse gebouwen, veel Schotse invloeden en zelfs wat art deco. Eten en zo.

Met de bus naar Otaga Peninsula. Een eerste stop bij het albatrosmuseum. Was leuk maar naar boven kijken was toch leuker omdat daar de echte albatrossen zweefden. Doorgelopen naar een broedkolonie spotted shags en door naar de NewZealand fur seals. Hoe aaifactor maar niet aan te raden. Als leuk extra overal nestholen van de kleine blauwe pinguin. Leuke beestjes. Verder met een jeep dwars door de weilanden, op naar de geeloog-pinguins. Ze nestelen 500 meter boven de zee en leggen die afstand lopend af. En vallend. En lopend. En vallend. Geweldig om te zien. Verder naar een andere kolonie van 50 fur seals en het strand op om een Hookers zeeleeuw te vinden. Op de achtergrond zie je overal klimmende en vallende pinguins. Super trip dus. Gevolgd door een wandeldag. Langs de boy school naar Olveston, een heel mooi huis en een hele mooie inrichting. Die keuken….Door naar de botanische tuinen, broodje op een bankje in de zonen op naar de whisky distilleerderij. Gesloten. Heel erg triest dit. Verder gegaan naar het Otaga Museum waar heel veel spinnen bleken te zijn. In de Dunedin Pubic Art Gallery hingen wel wat aardige schilderstukjes maar niet iets om de buidel voor te pakken en daarmee werd het tijd om naar Christchurch te gaan. Inchecken bij Vagabond Backpackers en met de neus in de boter want we moesten direct aan de bubbels en de kerstcake. Kerstavond dus met een kaarsje in de hand naar Victoria Square voor Carols by Candles. Erg leuk. Honderden mensen met kaarsjes die kerstliedjeszingen. Na een biertje de kathedraal in voor de nachtmis, compleet met bisschop en kerstmuts. Eerste Kerstdag, wat doe je dan? Je maakt met een stel iets om op je hoofd te zetten en gaat dan naar de botanische tuinen om drinking games te spelen. Sjee, ik was dronken! Door naar  een feest ergens op een dakterras met nog meer drank en dus nog meer dronken. De volgende ochtend iets langer slapen. En die dag verder alleen wat rondgelopen, gewinkeld, vers brood gegeten en de foto’s van onze walvissen opgehaald. Gevolgd door een winkeldag pur sang want de uitverkoop begon. Terug in de Vagabond waren de twee meisjes waar we in Dunedin mee sliepen er ook (dat klinkt wel wat raar voor mij) en dat werd dus gezellig. Even later kwam er nog zo’n dame binnen zetten. Een avondje ex-en dus.

Kaar voor een bustrip naar Akaroo, een schiereiland bij Christchurch. Weer eens dwars door een schitterend landschap en na alle eerdere invloeden uit Engeland, Schotland, Denemarken, Nederland en Ierland was nu Frankrijk aan de beurt. Akaroo is namelijk een oude Franse nederzetting. Grappige invloeden, mooie locatie en heet weer. Rondwandeling gedaan, lunch gehad, kerkhofje bekeken en in de zon gezeten. En toen brak de laatste dag in Nieuw Zeeland aan. Op blote voeten de stad in en naar het museum gegaan. Erg leuk weer. Een maori duo dat smartlappen speelde. Door naar het Arts Centre, vol met winkeltjes en workshops. Terug naar de Vagabond en alles ingepakt, afscheid genomen en met de bus naar het vliegveld gegaan. Nog tijd om daar het Antarctic Centre te bezoeken en een film over pinguins te kijken. En toen was het tijd om te vliegen. Naar Sydney en daar weer terug naar Eve voor een paar dagen. Biertje bij KingsX, eten bij onze chinees, biertje in een van de homotenten op Oxford Street en bedtijd. Wakker worden op Oudjaarsdag in Sydney. Naar The Rocks, het oudste deel van de stad. Erg gezellig stuk dus heerlijk rond geslenterd. Weer even het Opera House aangeraakt en door de botanische tuinen terug naar Eve. Uit eten met een Zweedse Catarina en om 21 uur was daar het eerste vuurwerk, speciaal voor de kinderen. Lopend nar een mooi punt om de brug goed te kunnen zien, ontmoeten we wat lekkere marinematroosjes en die namen ons mee naar de marinebasis met inderdaad goed zicht. Mooi vuurwerk en knappe kerels. Op naar de kroeg, bier en dansen. En dan wakker worden in het nieuwe jaar maar wel Sydney moeten verlaten. Terugreis naar Nederland. We vlogen over een onbewolkt land en hadden perfect zicht op Ayers Rock. Glas bubbels erbij. Ook gezien dus. Na een stop in Bangkok verder naar Frankfurt en door naar Amsterdam waar we uiteindelijk 2 januari landden.