2004 - Bourgogne en Elzas, Frankrijk
Heerlijk: van Namen tot Arlon was slechts 1 rijbaan open en het schoot dus niet echt lekker op. Door Luxemburg via Metz en Nancy naar Beaune. De stadscamping van Beaune bleek plaatsen vrij te hebben dus we hoefden niet lang te zoeken. Tent opgezet, boodschappen gedaan, gekookt, gegeten. Dag voorbij. Het centrum van Beaune lag op 10 wandelminuten van de camping. Veelbelovend met een wijnstad. Na heerlijk rond gezworven te hebben over de oude stadswallen zijn we naar het Hotel Dieu des Hospices de Beaune gelopen. Op het plein wat gedronken en een kijkje genomen in Athenaum: een winkel voor kookboeken, wijnboeken, wijnen en andere lekkernijen. En op het Hospice zelf in. Het binnenplein blijft mijn favoriet: prachtig gekleurde daken, overal dakkapelletjes, mooie fontein. De eerste zaal is de grote ziekenzaal, soort bedstedes in een lange rij met daarboven een heel mooi plafond. Door de keuken naar de apotheek, vol met oude potten. Door naar de laatste zaal: Het Laatste oordeel of het Polyptiek. Hiermee werd de mis opgedragen aan bedlegerige patienten, een vroege drive in show eigenlijk. En dat was het al weer. Op de trappen van de Collegiale Notre Dame een broodje gegeten; even snel de kerk bekeken. Aardig. Mooie zwarte madonna. Tijd voor een wijnhuis: Marche aux vins. Eerst de kelders door en vervolgens de oude Eglise des Cordeliers in voor de proeftafels met de wijnen. Erg leuk weer eens. 3 x wit en 13x rood. De Beaune 1er cru 1998 werd mijn favoriete wijn.
Egels die ’s nachts in vuilniszakken zoeken maken veel herrie. Toch geslapen. En de weg op richting Dijon. In Marsannay-la-Cote de kleine wegen route terug opgezocht. Reden voor deze vreemde route: wijnhuizen. Van Fixey naar Fixin voor een korte stop met koffie en een blik op het Napoleonbeeld. Via Gevrey-Chambertin naar Chambolle-Musigny. Verder naar Morey-St-Denis. Leuk dorp. Clos de Vougeot. Mooi pand, mooie plek , mooie wijnen. Vosne-Romanee en Nuits-St-Georges (leuk stadje wel). En overal wijn gekocht, hopen dat de assen van de auto het houden.
De vlooienmarkt in Beaune bezocht, erg leuk. Rondje over de normalemarkt en weer van alles geproefd. Het Musee du Vin de Bourgogne bezocht in het Hotel des Ducs de Bourgogne, leuk om te doen. Langs en door de Eglise St Nicolas en lunchen op de camping. In de middag de wandelschoenen aan en naar het Parc de la Bouzaize gelopen en hier een route van 12 kilometer gemaakt. Wijngaarden, bossen, hellingen en wijngaarden. Warm maar leuk. En tijd voor meer wijn. En de paarden van Chateau de Pommard. La Rochepot, boven op een berg en echt prachtig. Torentjes, kapelletjes, gekleurde daken en sprookjespracht. Leuke ronde masterbedroom. Nolay en door naar Bout du Monde ofwel het einde van de wereld. Hier ligteenwaterval van 29 meter maar deze bleek volledig droog te staan. Grotten dan maar. Wel aardig. In Nolay zelf was het feest, de cep en verre. Rond de middeleeuwse markthal gebeurde van alles: wijnproeverijen, demonstraties en verkoop, muziek, dans. Prima plekje om wat langer te blijven dus.
Terug naar Dijon en nu echt de stad in. Eerst koffie natuurlijk met uitzicht op het klokkenspel van Jacquemart, Jacqueline en hun kinderen Jacquelinet en Jacquelinette. Viel tegen. Wel een mooie gevel met allemaal verschillende waterspuwers. Rond de tegenvallende kerk ligt een leuke wijk met oude pandjes en dat is heerlijk zwerven dus. Lunch op de Place de la Liberation, uitzicht op het Palais des Ducs. Dit moet na het Louvre het belangrijkste museum van Frankrijk zijn en wij sloegen het graag over. Gewoon geen zin in schilderijen vandaag. Verder naar de Port Guillaume voor een glas wijn. In het Parc Place Darcy het water van de Fontaine de Jeunesse aangeraakt en nu maar hopen dat het inderdaad helpt. Een flitsbezoek aan Galleries Lafayette (toch schilderijen dus) doorgelopen naar de Cathedrale St Benigne. Hier een stuk van de oude kerk maar liefst 1000 nC. Leuke zwerfstad dit Dijon!
Na een stukje rondrijden door de omgeving (Savigny les Beaune, Clavoillon, Bessey-en-Chaume en La Bache) naar Beaune voor een kop koffie. En wijn. Ik wilde naar een klein wijnboertje in de stad maar helaas, hij was een dag vissen. Doorgelopen naar Patriarche Pere et Fils, een flink stuk groter. Door bijna eindeloze kelders bereikte ik eindelijk de proefruimte. Jeukende handen om een van de dichtgemetselde geweven open te breken waar de bijzondere wijnen verborgen liggen. Kortom, 5 kilometer gewelven. Proeven…5 x wit en 10 x rood. Erg lekker bleek de Cotes de Nuits-Villages 1995. Doosje mee. De cremant was ook te lekker trouwens. Ik kom terug voor een doosje. Het was weer een lekker dagje. Tijd om op te breken. Binnendoor naar de Petit Ballon d’Alsace, erg fraai. In Gerardmer de weg af naar Corcieux maar de campings bleken hier enorme drukke ongezellige gebeurtenissen. In Munster (Elzas Munster wel te verstaan) vonden we een prima camping aan de Fecht. Temt opgezet en Munster ingelopen. Ooievaars. Elkdak. Lekker gegeten in het stadje bij…de ooievaar. Er waren wat weinig douches op de camping ontdekten we s morgens maar ach, extra kopje koffie en het komt goed. Weer naar Munster en weer overal ooievaars. Na de lunch naar Turckheim gereden, een erg lief plaatsje. Wijn geproefd bij Francois Bur: Pinot Blanc en Riesling, gevolgd door Tokay Pinot Gris en Gewurztraminer. Ik ben verliefd.
Colmar. Ik was hier ooit met de grote excursie van de hotelschool. Toen geen stadswandeling, nu wel. Mooie panden en kerken,naar het Koifhuis waar een viertal mannen cello aan het spelen waren op straat. Via de markthallen loop je dan Klein Venetie binnen met nog meer vakwerkhuizen. Prachtige doorkijkjes en veel leuke winkeltjes. Erg veel bloemen ook.
’s Avonds tijd voor Elzasser zuurkool met als dessert heerlijke stinkende Munster kaas met ijskoude Gewurztraminer erbij. Jammie.
Over Soulzeren en Les Trois Epis naar Riquewhir gereden. Het motregende non stop. Riquewhir is een druk maar schattig stadje. Kerstwinkel bezocht maar het gevoel was er nog niet. Door naar Ribeauville voor het labyrinth maar dat vonden we een beetje te duur. Verdwalen lukt zo ook wel. En dus kwamen we onverwacht in de vlindertuin van Hunawhir terecht. Daarbinnen heel veel vliegende pracht. Zeer de moeite waard. Zelf gekookt en goed geslapen. Dus met een goed gevoel naar Eguisheim toe. Prachtig pleintje met verhoogde kerk. Orkestje aan het spelen op het plein. De zon scheen. De koffie smaakte. Een erg leuk stadje. Op de terugweg ben ik bij Wahr uVil uitgestapt en met de wandelschoenen aan ben ik naar de camping gelopen. Over heuvels en Gunsbach en door naar Munster. Lekker. ’s Avonds al weer zo lekker gegeten, nu bij l’Alsacienne. Munster vooral, Munster als dessert en daartussen een heerlijke Zanderfilet in Riesling.
Volgende dag gewoon weer een wandeldag. Terug naar Gunsbach en daar de routenaar de Hohrodberg op. Onderwegveel pruimenbomen. Bossen, hellingen en door de regen terug. Nog even snel naar Ribeauville om te winkelen. En het zat er weer op. De nacht was droog dus de tent kon redelijk droog de auto in. Onderweg nog een stop bij de supersupermarkt en toen waren we thuis.