Kampala en cultuur
Kampala staat niet bekend als de culturele hoofdstad van de wereld maar er is toch iets in deze stad dat mij blijft boeien.
Overdag zijn de meeste plekken in de stad zo druk en vies dat het al snel te veel wordt maar in de avonduren verandert dat en wordt het een leuke en gezellige stad. We hadden drie dagen lang niets gepland en besloten maar eens om het andere, culturele Kampala op te gaan zoeken. Op zoek naar de cultuur dus van Kampala. We begonnen onze tocht in het Nationaal Museum van Uganda. Dat het een Afrikaans museum is valt overal te zien. Toch is er een best leuke en interessante collectie te bewonderen. De Olympische permanente tentoonstelling is eigenlijk wel aandoenlijk. Alle gouden medaille winnaars worden hier geeerd: twee stuks maar liefst. Zo blijft een tentoonstelling tenminste hanteerbaar. Verder veel aandacht voor geologie en wat exposities over allerhande culturele zaken. Beperkt maar toch leuk. Voor alle schoolbussen met kinderen bleek ik als blanke weer eens de belangrijkste attractie te zijn. Benieuwd wat er straks op de proefwerken geantwoord wordt op de vraag wat ze gezien hebben in het museum. Na een koffie in een of andere vreemde tent vlakbij kwamen we terecht in een expositie van Ugandese kunst. Deze groots aangekondigde expositie vond plaats op een van de heuvels van de stad in een ruimte die kleiner bleek te zijn dan de gemiddelde Nederlandse huisgarage. De muren hingen werkelijk van onder tot boven vol met kunstwerken, soms mooi en soms spuuglelijk. Wel valt op dat er veel talent in de Ugandese schilderwereld verborgen zit. Eigenlijk zou er iemand eens een echte galerie moeten openen waar beginnend kunstenaars kunnen exposeren. Onze volgende stop was de moskee waarvan je een groots uitzicht schijnt te hebben over Kampala. Maar ja, ik heb mijn principes en een ervan is dat ik weiger te betalen om gebouwen als kerken en moskeeën in te gaan. En ja, er moest betaald worden en er moest eerst een volledige rondleiding afgewerkt worden. Mijn opmerking dat een huis van God of Allah vrij toegankelijk behoort te zijn werd afgedaan met een schouder ophalen. Dit uitzicht viel dus af maar ach, onderweg zijn er genoeg punten die een mooi uitzicht op de stad bieden. Een uitzicht overigens dat altijd gedomineerd wordt door de kleur groen want er is ongelooflijk veel groen in deze stad. We hebben ons ergens af laten zetten en zijn het laatste stuk gaan lopen. Je ziet dan een nieuw stuk Kampala. Overdag mag er op de meeste plekken geen straatverkoop meer plaatsvinden. Gevolg is dat alle straatverkopers wachten tot 6 uur en dan overal werkelijk alles uitstallen. Het winkelen kan beginnen! De volgende dag zijn we op pad gegaan naar Makarere Universiteit. Eens een van de vooraanstaande universiteiten van Afrika maar nu afgegleden tot de middenmoot. Het grote terrein is absoluut indrukwekkend: een park en daarmee een deelverklaring van het eerder genoemde groen in de stad. Ons doel was hier de kunstgalerie te bekijken. Helaas was er een expositie gaande waardoor de vaste collectie tijdelijk opgeborgen was. De expo was overigens wel leuk: een soort World Press Photo maar dan enkel voor Uganda. Fraaie foto’s! Na even gepraat te hebben met de beheerder mochten we mee naar een zijkamer waar de vaste collectie opgestapeld stond. Het was wel bijzonder om al die kunstwerken op deze manier te bekijken en inderdaad, ook hier zaten weer prachtige werken tussen. Grappig om te zien dat wij alle drie een favoriet kunstwerk uitzochten en dat het drie totaal verschillende werken waren. Mijn keuze zit nu nog altijd in mijn gedachten en dat zal wel betekenen dat ik binnenkort terug ga om het te kopen. Dat is dus wel een van de leuke punten hier: de kunstwerken zijn te koop en dat ook nog eens tegen (Europees gesproken) interessante prijzen. Tijdens de brommertocht terug naar de binnenstad braken de hemelsluizen weer eens open en dat werd dus schuilen in een hotel en meteen maar lunchen. Onze winkelwandeling van de vorige dag was goed bevallen zodat we dat vandaag ook maar weer deden. Mooie armband gevonden trouwens. Met mijn opleiding schaar ik gastronomie ook in de categorie cultuur en eerlijk gezegd verrast Kampala dan wel. Het wemelt werkelijk van de restaurants en andere eetgelegenheden. Alle keukens zijn zo’n beetje vertegenwoordigd waardoor er voor iedereen wel iets lekkers te vinden is. Een van de pluspunten is het ontbreken van McDonalds! Ook nergens voor nodig hier want snel eten koop je op straat. Wij kozen voor binnen eten en zaten de eerste avond bij het Ethiopian Village. Smakelijk! Goed gekruid maar wel jammer dat we de enige gasten waren. De laatste maanden zijn we vaker uit eten geweest in Kampala en eigenlijk worden we iedere keer verrast door de kwaliteit. We hebben Chinees gegeten, Japans, Frans en Belgisch, pizza en pasta, Ugandees en west Afrikaans. De keuze is enorm. Toch heb ik wel een favoriet uiteindelijk want er gaat weinig boven een goede pork joint. Hier eet je gegrild of gebakken varkensvlees met allerhande bijlages. Goed! Vanavond maar weer eens uit eten denk ik.