Ssese Islands
Een paar dagen relaxen op een tropisch eiland. Dat klinkt natuurlijk erg goed. En laat het nou zo zijn dat Uganda een enorme serie tropische eilanden heeft. Natuurlijk niet in de oceaan maar wel in Lake Victoria. En daar komt dan direct het eerste minpunt naar voren: geen zee dus geen zwoele oceaanwind, geen zilt ruikende golven en geen stranden waar je strandjuttend over wandelt. Maar toch, tropische eilanden in overvloed in Uganda. Alleen de Ssese archipel telt al meer dan 80 eilanden en naar een van deze eilanden vertrokken wij. Mijn vriend en ik besloten een beetje vroeg richting veerpont te gaan om zo wat mee te pikken van de eeuwige drukte op havenplekken. Goed plan want er bleek een terrasje te zijn (nadat wij er twee stoelen neer hadden gezet dan) en met een koel biertje zagen we even later hoe het weer helemaal om zou gaan slaan. Over het meer naderde een gitzwarte lucht en met veel gedonder bereikte deze lucht het land. In Uganda is het vaak zo dat het ene moment de zon schijnt en het andere moment de regen met bakken naar beneden komt. En inderdaad, dat was ook nu het geval. Gelukkig konden onze stoelen ook weer naar binnen waar we vervolgens genoten van een heerlijke lunch: lever met posho en rijst. Iemand kwam ons vertellen dat de kaartverkoop gestart was en zo kochten wij twee eerste klas-tickets voor de boot. Daar moet je je nou niet al te veel bij voorstellen: eerste klas betekent gestoffeerde banken (hoewel de stoffering op veel plekken mist) rond een tafel en ergens een niet-werkende televisie. Door een redelijk slecht weer bracht de boot ons in 3,5 uur naar onze bestemming: Bugala Island.
We keken even wat rond en besloten te overnachten in Mirembe Beach Resort. Grootse naam voor redelijk simpele maar goede accommodatie. Lekker aan het strand en al snel zaten we met een eerste biertje te genieten van de zonsondergang boven Lake Victoria. Zeer fraai! Het diner gebruikten we in het resort en voor de rest is een strand natuurlijk een perfecte plek voor een groot houtvuur en een rustige avond. In de ochtend werden we wakker van een geluid dat op regen leek. Het bleken golven te zijn en elke ochtend zouden er veel golven met bijbehorende wind blijken te zijn. Toch een beetje het idee van echt strand. Na een laat ontbijt besloten we naar de hoofdstad van de eilanden te gaan, Kalangala. En daar was zoveel te beleven dat we al snel weer terug naar ons hotel liepen. Het was wel gelukt om een bal te kopen en in de middag huppelden we dan ook al ballend rond. Het water van het meer is overigens niet overal even gezond want er kan bilharzia voorkomen. De volgende dag zijn we maar eens op een andere wandeling uitgegaan. In eerste instantie zwierven we langs het strand, gadegeslagen door heel veel apen trouwens. Het aantal wouwen in de bomen viel ook wel erg op. Ons plan was om ergens te lunchen maar dat leek niet te gaan lukken. De resorts die we tegenkwamen waren dicht of zo onvriendelijk dat we uit kwamen bij de pier. Hier was natuurlijk ook niet veel te vinden dus met een boda boda waren we al snel op weg naar bruisend Kalangala. Hier vonden we met enige moeite een soort restaurant met een simpele kaart: runderstoof of gegrilde vis. Vis dus. En zo bracht de kelner ons even later twee borden runderstoof. Toch maar teruggestuurd en gewacht op de vis, zeer de moeite overigens want het was een heerlijke tilapia. De volgende ochtend vroeg liepen we de boot weer op die ons in 3,5 uur terug zou brengen naar Entebbe. En dit keer werkte de televisie wel! Genietend van videoclips van Brenda Fassie suften wij wat rond. De conclusie: best leuk voor een dag maar zelfs twee dagen is al een beetje lang op Ssese. Maar we zijn wel goed uitgerust!